Maligniteit is de toestand waarbij kankercellen zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en verspreiden. Deze cellen groeien sneller dan normaal en tonen, door genetische afwijkingen, resistentie tegen de dood. Ze vertonen een neiging tot verspreiding en kunnen zich naar andere delen van het lichaam verplaatsen. Echter, de term maligniteit wordt gebruikt voor situaties waarin er aanwijzingen zijn dat er mogelijk kanker aanwezig is, ook al zijn de typische, onmiskenbare kanker symptomen nog niet duidelijk aanwezig. Dit vereist meestal aanvullende diagnostische tests. Bijvoorbeeld, bij dergelijke verdenkingen is een biopsie noodzakelijk om een definitieve diagnose te stellen. Daarom zijn vroege detectie en interventie van groot belang.
Definitie | Maligniteit is een kwaadaardige aandoening die wordt gekenmerkt door ongecontroleerde celgroei en verspreiding, wat resulteert in een kwaadaardige tumor of kanker. |
Oorzaken | Genetische mutaties, omgevingsfactoren (straling, chemicaliën), virale infecties (HPV, EBV), roken, alcohol, obesitas, enzovoort. |
Symptomen | Gewichtsverlies, verlies van eetlust, vermoeidheid, bloedarmoede, pijn, massa’s of zwellingen in bepaalde organen, bloedingen, huidveranderingen. |
Diagnostische Methoden | Biopsie, bloedtesten (tumormarkers), beeldvorming (MRI, CT, PET-scans, echografie), endoscopie, genetische tests. |
Behandelingsmethoden | Chirurgie, chemotherapie, radiotherapie, immunotherapie, doelgerichte therapieën, hormonale therapie, stamceltransplantatie (bij sommige leukemieën). |
Classificatie | Maligniteit wordt ingedeeld op basis van celtype en oorsprong: carcinomen (epitheelcellen), sarcomen (bindweefsel), leukemie (bloed) en lymfomen (lymfatisch systeem). |
Verspreiding (Metastase) | Kwaadaardige tumoren kunnen zich via lymfe of bloed naar andere organen verspreiden. Dit proces wordt metastase genoemd. |
Risicofactoren | Leeftijd, familiegeschiedenis, genetische aanleg, omgevingskankerverwekkende stoffen, ongezonde voeding, roken, alcoholgebruik, langdurige infecties. |
Prognose | De prognose hangt af van het type maligniteit, het stadium, de mate van verspreiding en de algemene gezondheid van de patiënt; vroege diagnose verbetert de prognose. |
Preventiemethoden | Stoppen met roken en alcoholgebruik, een uitgebalanceerd dieet, regelmatige lichaamsbeweging, bescherming tegen zonlicht, periodieke medische controles, vaccinatie (bijv. HPV). |
Wat zijn de kwaadaardige kankersoorten?
Maligne tumoren, oftewel kwaadaardige kankers, worden ingedeeld naar het type weefsel en de celsoort waaruit ze ontstaan. Deze kankers worden in verschillende categorieën onderverdeeld op basis van de structuren en functies in het lichaam, en vereisen elk specifieke behandelstrategieën. De meest voorkomende maligne kankersoort is het carcinoom. Carcinomen ontstaan uit epitheelcellen en vormen de overgrote meerderheid van de kankergevallen.
- Adenocarcinomen: Ontstaan meestal uit glandulair epitheel en worden gevonden in organen zoals de longen, dikke darm en borsten.
- Squameuze celcarcinomen: Ontstaan in squameus epitheel en beïnvloeden gebieden zoals de huid, longen en slokdarm.
- Basal celcarcinomen: Ontstaan uit de diepere lagen van de huid.
- Overgangscelcarcinomen: Worden vooral gezien in overgangsepitheel, bijvoorbeeld in de blaas.
Een andere kankersoort, de sarcomen, ontstaat uit ondersteunend of bindweefsel. Deze vormen komen minder vaak voor, maar hebben diverse subtypes.
- Osteosarcoom: De meest voorkomende vorm van botkanker.
- Chondrosarcoom: Ontwikkelt zich uit kraakbeencellen.
- Liposarcoom: Ontstaat uit vetweefsel.
- Rhabdomyosarcoom: Treedt op in spierweefsel.
Leukemieën zijn kankers van het beenmerg en ander bloedvormend weefsel. Deze kankers veroorzaken een abnormale productie van witte bloedcellen en verspreiden zich via de bloedbaan zonder een vaste tumor te vormen. Lymfomen en myeloom zijn kankers die ontstaan uit het immuunsysteem.
- Lymfomen: Kankers die het lymfestelsel aantasten, onderverdeeld in Hodgkin-lymfoom en non-Hodgkin-lymfoom.
- Multipl myeloom: Een kanker van plasmacellen, die verantwoordelijk zijn voor de productie van antilichamen.
Hersenen en ruggenmerg tumoren vallen onder een andere categorie, namelijk centrale zenuwstelsel tumoren. Deze, zoals gliomen en meningiomen, verspreiden zich over het algemeen niet naar andere delen van het lichaam, maar vormen vanwege hun locatie een levensbedreigende situatie.
Wat betekent een verdenking op een kwaadaardige tumor?
Een verdenking op een kwaadaardige tumor ontstaat op basis van een reeks diagnostische aanwijzingen. Deze verdenking wordt gebruikt voor situaties waarin er aanwijzingen zijn dat er kanker aanwezig zou kunnen zijn, maar de typische, onmiskenbare kankerbeelden nog niet aanwezig zijn. Vooral bij tests zoals dunne-naalduitstrijk (fine-needle aspiration) kunnen bepaalde cellulaire veranderingen worden waargenomen. Hoewel deze veranderingen op maligniteit wijzen, zijn ze vaak niet voldoende om de diagnose definitief te stellen. Röntgenbevindingen kunnen een vergelijkbare verdenking geven. Bijvoorbeeld, bij borst- of longscans kunnen subtiele laesies worden gevonden die enkele kwaadaardige kenmerken bezitten, maar voor een definitieve diagnose zijn aanvullende tests nodig. Daarom vereisen verdachte bevindingen verdere tests om de maligniteitskans vast te stellen.
Cellulaire kenmerken die men kan aantreffen in fijne-naalduitstrijkproeven zijn onder andere:
- Abnormale celmorfologie
- Vergrote celkernen
- Onregelmatige chromatinepatronen
Beeldvormingstechnieken moeten letten op de volgende kenmerken:
- Spiculare randen
- Microkalsificaties
- Architectonische verstoringen
Welke risicofactoren dragen bij aan de ontwikkeling van kwaadaardige tumoren?
De risicofactoren voor de ontwikkeling van maligne tumoren zijn divers. Genetische aanleg verhoogt het risico op kanker aanzienlijk. Vooral mutaties in de BRCA1- en BRCA2-genen verhogen de kans op kankers zoals borst- en eierstokkanker. Daarnaast verhoogt het Lynch-syndroom, een erfelijke aandoening, het risico op colorectale en endometriumkanker.
Naarmate men ouder wordt, hoopt DNA-schade zich op en verzwakken de cellulaire herstelmechanismen, wat het risico op kanker vooral bij mensen boven de 50 verhoogt. Roken is een van de voornaamste oorzaken van vele kankersoorten. Zelfs passief roken verhoogt het risico. Blootstelling aan ioniserende straling en ultraviolet licht verhoogt het risico op verschillende kankers, waaronder huidkanker.
Sommige infecties zijn direct gerelateerd aan kanker:
- Humaan papillomavirus (HPV) is een voorloper van cervix- en anale kankers.
- Hepatitis B en C verhogen het risico op leverkanker.
- Helicobacter pylori-infectie kan leiden tot maagkanker.
Ongezonde voedingsgewoonten en obesitas verhogen ook het risico op kanker:
- Verwerkt voedsel en een hoge consumptie van rood vlees
- Overmatig alcoholgebruik, vooral bij zware consumptie
Fysieke inactiviteit en omgevingsfactoren spelen eveneens een rol:
- Blootstelling aan chemicaliën zoals asbest en arseen
- Chronische ontstekingen, bijvoorbeeld bij inflammatoire darmziekten
- Luchtvervuiling en deeltjesuitstoot
Hoe wordt de maligniteit ingedeeld en geclassificeerd?
Maligniteit beschrijft de progressie en verspreiding van kanker. Het TNM-stadiumingssysteem is de meest gebruikte methode:
- T (Tumor): T0 duidt op afwezigheid van een tumor; T4 geeft aan dat grote tumoren zich naar omliggende weefsels hebben verspreid.
- N (Klier): N0 betekent dat er geen lymfeklieren betrokken zijn; N3 duidt op uitgebreide lymfekliereninzet.
- M (Metastase): M0 duidt op afwezigheid van uitzaaiingen; M1 betekent dat metastasen aanwezig zijn.
Stadium-indeling speelt een fundamentele rol bij de planning van de behandeling en het voorspellen van de prognose. Stadium 0 duidt op een lokaal, niet-invasief carcinoom, terwijl stadium IV wordt gekenmerkt door uitzaaiingen en doorgaans gepaard gaat met een slechtere prognose. Kankerstadiering wordt ingedeeld in twee hoofdtypen:
- Klinische stadiering: Gebaseerd op lichamelijk onderzoek en beeldvorming.
- Pathologische stadiering: Gebaseerd op bevindingen na chirurgische ingrepen.
De graad van differentiatie geeft aan hoe afwijkend de kankercellen zijn en hoe agressief de tumor is. Graad 1 verwijst naar goed gedifferentieerde tumoren die meestal langzamer groeien, terwijl graad 3 verwijst naar slecht gedifferentieerde tumoren met een hoge groeisnelheid.
Wat is de rol van vroege diagnose bij maligniteit?
Vroege diagnose speelt een cruciale rol bij de behandeling en prognose van kanker. Kankers die in een vroeg stadium worden vastgesteld, kunnen doorgaans effectiever worden behandeld dan in latere stadia, wat de kans op langdurige overleving vergroot. Bovendien kunnen patiënten bij een vroege diagnose minder agressieve behandelingen ondergaan, met minder bijwerkingen en een hogere kwaliteit van leven.
Verbeterde Overlevingskansen:
- Bij vroeg gediagnosticeerde kankers zijn de overlevingspercentages significant hoger.
- Lokaal gelokaliseerde kankers hebben hogere vijfjaarsoverlevingspercentages.
Minder Intensieve Behandeling:
- Minder agressieve therapieën kunnen worden toegepast.
- Bijwerkingen tijdens de behandeling worden geminimaliseerd, wat het comfort van de patiënt verhoogt.
Verminderde Sterfte:
- Vroege diagnose heeft in bijvoorbeeld borst- en livmoderhalskanker de sterfte verlaagd.
- Grote screeningsprogramma’s hebben bijgedragen aan deze daling.
Lagere Zorgkosten:
- Vroegtijdige interventie verlaagt de behandelingskosten.
- Minder ziekenhuisopnames en minder complexe behandelingen reduceren de totale zorgkosten.
Statistieken en Overlevingspercentages:
Maligne tumoren zijn kankers die ongecontroleerd groeien en zich naar andere delen van het lichaam verspreiden. Deze kankers variëren sterk in overlevingspercentages en respons op behandeling, afhankelijk van het type, stadium, mate van verspreiding en de algemene gezondheid van de patiënt. Volgens de kankercijfers in de VS voor 2023 zijn het aantal nieuwe kankergevallen en sterfgevallen zeer hoog. Bij mannen behoren prostaat-, long- en colonkanker tot de meest voorkomende vormen; bij vrouwen zijn borst-, long- en colonkanker het meest voorkomend.
- Braintumoren: Maligne braintumoren, zoals glioblastoom, hebben lage overlevingspercentages (ongeveer 36% vijfjaarsoverleving), terwijl goedaardige braintumoren een overlevingspercentage van 92% kunnen hebben.
- Multipl myeloom: De overlevingspercentages bij multipel myeloom zijn de afgelopen twintig jaar aanzienlijk verbeterd; tussen 2000–2004 was de overleving 36,7%, en tussen 2015–2019 steeg dit tot 62,4%. Bij jongere patiënten is de overleving zelfs 69,2%.
- Borstkanker: Dankzij de wijdverspreide HPV-vaccinatie zijn de gevallen van baarmoederhalskanker bij jonge vrouwen sterk gedaald (bij vrouwen van 20–24 jaar met 65% minder gevallen tussen 2012 en 2019).
- Prostaat- en borstkanker: Hoewel er meer gevorderde diagnoses worden gesteld bij prostaatkanker en het aantal borstkankergevallen toeneemt, blijven de overlevingspercentages dankzij vroege detectie hoog.
- Pediatrische kankers: Er zijn verschillen in overlevingspercentages tussen etnische groepen; bijvoorbeeld, bij astrositomen is de vijfjaarsoverleving bij zwarte kinderen lager (ongeveer 75%) vergeleken met blanke kinderen.